Sabina en Femmechien Reitsma 20 jaar eigenaar van De Posthoorn

DOKKUM (NL) – Als missionaris Bonifatius niet zo haastig was geweest, een millennium later naar Dokkum was gegaan, dan had hij heelhuids deze oude marinestad, die tot 1729 een open verbinding met de Noordzee had, bereikt en had hij  vorstelijk kunnen slapen in één van de 17 kamers van hotel De Posthoorn aan de Diepswal. Hij was dan beschermd geweest door het nabijliggende bestuurskantoor van de Friese Admiraliteit, die vanaf 1597 ook de Groningse kust bewaakte.

Toentertijd waren alle kamers praktisch gelijk in de waarschijnlijk al 500 jaar oude stadsherberg (sinds 1568 genoemd in geschiedkundige geschriften), maar nu zijn ze door allerlei uitbreidingen en moderniseringen allemaal verschillend ingericht en van vorm. Maar je hebt nog steeds zicht op de sfeer van weleer en als je in de ‘nieuwbouw’, het opgeknapte 15 kamers tellende Pakhuis een kamer op de begane grond boekt, hoef je alleen maar de gordijnen opzij te schuiven om in de tuin van de Admiraliteit te kijken. Dat is heel bijzonder, net zo bijzonder als het daarin gevestigde Museum Dokkum. De derde verblijfsaccommodatie van De Posthoorn heeft de naam Stadhuis ‘De Halve Maen’ gekregen. Het in 2009 totaal verbouwde voormalige pannenkoekenrestaurant heeft drie royale kamers, waarvan één met een Turks stoombad. Een vierde onderkomen van het hotelbedrijf is een zespersoons appartement. Het totaal aantaal kamers bedraagt dus 36.

Lees meer Eeuwenoud Fries hotel modern gerestyled met knipoog naar geschiedenis van Dokkum