Museum Giethoorn over Flagellanten, Mennonieten en trek van turfgravers naar Friesland

Stilte voor de storm: Giethoorn

GIETHOORN (NL) – Geen Chinees te bekennen in Hollands Venetië, de bijnaam van het Overijsselse vervenersdorp Giethoorn. Een legertje Hollanders in een praam, een paar Friezen en nog een handvol niet te definiëren binnen- of buitenlanders met een Brabants accent. Daar moest het waterpretpark het vrijdag 24 februari 2023 mee doen. Maar dat wordt gauw anders nu het voorjaar nadert en het aantal zonuren flink gaat oplopen. Trouwens, met klereweer kun je je ook vermaken in het dorp: in de vele restaurants en in de historische boerderij waarin Museum Giethoorn ’t Olde Maat Uus ondergebracht is. Daar ontdek je dat Friese veendorpen, waar eeuwenlang turf werd gedolven, veel gemeen hebben met Giethoorn.

Het is 24 februari 2023 nog stil in Giethoorn, al zijn veel zaken en Museum Giethoorn al geopend en helemaal klaar voor een druk vaarseizoen. Foto’s: Albert Hendriks, Fries Nieuws, de nieuwsdienst van het bureau voor toerisme van Fryslân en reisorganisatie www.frieslandhollandtravel.nl

De Gietersen trokken, nadat ze letterlijk en figuurlijk het hoofd niet meer boven water konden houden — na roofbouw op eigen grond — naar Friese plaatsen als Bantega en Oosterzee-Gieterseburg. De Gietersevaart aldaar werd gegraven voor de afvoer van turf per schip vanuit het turfwingebied tussen Lemmer en Bantega, later de Echtener en Groote Veenpolder. De turfgravers uit Giethoorn waren daar als arbeidsmigranten, en later inwoners, in de 18-de en 19-de eeuw actief.

Flagellanten en Mennonieten
Maar ook op het gebied van geloof zijn er overeenkomsten met Friesland, met name kijkend naar een plaats als Witmarsum, de bakermat van het Mennonisme, de latere Doopsgezinde kerk. Aan de Gieterse Doopsgezinden gingen Flagellanten vooraf. Die vestigden zich in de 13-de tot 15-de eeuw in het uitgestrekte Overijsselse moeras — toen nog rijkelijk bedeeld met hoogveen, in die tijd een belangrijke brandstof — om aan vervolging te ontsnappen, net als de Mennonieten later. Maar de Doopsgezinden waren bij lange na niet zo fanatiek als de Flagellanten en zeker niet dweepziek. Laatstgenoemden pijnigden zich in het openbaar om Gods barmhartigheid af te dwingen. De benaming Flagellant is afgeleid van het Latijnse woord ‘flagellum’ dat gesel of zweep betekent.
Geestelijk leider Menno Simons uit Witmarsum, een dorp tussen Bolsward en Harlingen, en zijn gestaag groeiende groep volgelingen, die zich openlijk zeer kritisch uitten over de Rooms Katholieke kerk en haar monopolie, zijn van ná 1500. Dat geldt ook voor de Mennonieten in Giethoorn. Het ruige en natte gebied was dus ook na de Middeleeuwen ideaal om uit het zicht van het gangbare of verfoeide gezag te blijven, wat ook in de Tweede Wereldoorlog bleek.

Meer info:
www.museumgiethoorn.nl
www.friesnieuws.nl/verborgen-bedevaartsoord-in-friesland-menno-simons-monument-in-witmarsum/ (over geschiedenis en monumenten van Menno Simons in Witmarsum)

Vakantieland Friesland:
www.frieslandhollandtravel.nl (Vakanties met SGR-garantie en andere unieke zekerheden van het bureau voor toerisme van Fryslân, Friesland Holland)
www.elfstedentocht.org
www.frieslandholland.nl (bureau voor toerisme)
www.friesnieuws.nl (nieuws over toerisme in Friesland en randgebieden)

Boerderij ’t Olde Maat Uus waarin Museum Giethoorn over twee verdiepingen ondergebracht is. Foto’s: Albert Hendriks, Fries Nieuws, de nieuwsdienst van het bureau voor toerisme van Fryslân en reisorganisatie www.frieslandhollandtravel.nl

De Doopsgezinde kerk, het Godshuis van de Mennonieten in het centrum van Giethoorn, naast Museum Giethoorn. Foto’s: Albert Hendriks, Fries Nieuws, de nieuwsdienst van het bureau voor toerisme van Fryslân en reisorganisatie www.frieslandhollandtravel.nl