Fryslân Fan: Boeienkoning Klaas

Fryslân Fan: Boeienkoning Klaas

Publicatiedatum: 2 mei 2013
Reporter: Albert Hendriks – Friesland Holland Nieuwsdienst – www.friesnieuws.nl

Fryslân Fan

Boeienkoning Klaas

Klaas Poelman, de Houdini van de Langweerder watersportvereniging.
Klaas Poelman, de Houdini van de Langweerder watersportvereniging.

Hij kan minstens zo goed met boeien omgaan als Harry Houdini, en hij is waterbestendiger, de gepensioneerde Langweerder visserman Klaas Poelman. Voor de Koninklijke Watersportvereniging van Langweer markeert hij het wedstrijdveld met grote boeien, drijvende bakens op de Langweerder Wielen.

Klaas Poelman en zijn vrouw Suzan zijn graag in de weer voor de watersportvereniging. Suzan is gastvrouw op het wedstrijdschip.
Klaas Poelman en zijn vrouw Suzan zijn graag in de weer voor de watersportvereniging. Suzan is gastvrouw op het wedstrijdschip..

Zaterdag 13 april 2013 kwam hij dit jaar voor het eerst weer in actie, voor zijn KWV in verband met de allereerste skûtsjesilerij van 2013. Het waren allemaal skûtsjes waarvan de eigenaren aangesloten zijn bij de IFKS, wat staat voor Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen. De concurrerende club SKS (Sintrale Kommisje Skûtsjesilen) is nog niet uit de winterslaap, met uitzondering van de bemanning van het officiële SKS-skûtsje van Langweer. Toen Klaas Poelman 13 april de boeien uitgeworpen had, bood hij de persfotograaf van Friesland Holland een tocht met zijn snelle opblaasboot aan om van heel dichtbij skûtsjes in actie te kunnen vastleggen. Op enkele centimeters afstand van de kont volgde hij de platbodems, waardoor het lijkt alsof de fotograaf aan boord zit. “Poelman weet wat hij doet,” zegt Jan IJben, wedstrijdleider van de KWV aan boord van het van Sneek geleende wedstrijdschip. “Hij kent als oud-visserman de Langweerder Wielen op zijn duimpje en weet waar de boeien moeten liggen zonder dat de skûtsjes met hun als kiel functionerende zwaarden de bodem raken. Raken ze de grond, dan kunnen ze kapseizen. Op sommige plaatsen, op zandplaten, staat nog geen 80 cm, maar er zijn ook zandwinputten waar het meer dan 2 meter diep is. Skûtsjes steken rechtop maar 30 tot 40 cm, maar hellend twee tot drie keer meer.”

Een skûtsje, een Fries traditioneel platbodemzeilschip, heeft twee zwaarden. Een zwaard fungeert, zeilend over bakboord (links) of stuurboord (rechts), als een kiel. Die mag de grond niet raken, want dan bestaat de kans dat het schip kapseist bij een plotselinge windvlaag. Bij boeien is altijd voldoende diepgang — daar zorgt Klaas Poelman voor — maar skûtsjeschippers mogen daarbuiten een koers varen die ze zelf willen. Als ze dicht langs de kant of over een hoge zandplaat varen, waar het ondiep is, moet het bemanningslid met de peilstok vaststellen hoe diep het er ter plekke is, opdat de zwaardenman of –vrouw het zwaard niet te ver naar de beneden duwt. De peiler kan met zijn stok ook de snelheid van het skûtsje vaststellen aan de hand van het aantal seconden en de lengte van het schip. Een skûtsje, een Fries traditioneel platbodemzeilschip, heeft twee zwaarden. Een zwaard fungeert, zeilend over bakboord (links) of stuurboord (rechts), als een kiel. Die mag de grond niet raken, want dan bestaat de kans dat het schip kapseist bij een plotselinge windvlaag. Bij boeien is altijd voldoende diepgang — daar zorgt Klaas Poelman voor — maar skûtsjeschippers mogen daarbuiten een koers varen die ze zelf willen. Als ze dicht langs de kant of over een hoge zandplaat varen, waar het ondiep is, moet het bemanningslid met de peilstok vaststellen hoe diep het er ter plekke is, opdat de zwaardenman of –vrouw het zwaard niet te ver naar de beneden duwt. De peiler kan met zijn stok ook de snelheid van het skûtsje vaststellen aan de hand van het aantal seconden en de lengte van het schip.

Een skûtsje, een Fries traditioneel platbodemzeilschip, heeft twee zwaarden. Een zwaard fungeert, zeilend over bakboord (links) of stuurboord (rechts), als een kiel. Die mag de grond niet raken, want dan bestaat de kans dat het schip kapseist bij een plotselinge windvlaag. Bij boeien is altijd voldoende diepgang — daar zorgt Klaas Poelman voor — maar skûtsjeschippers mogen daarbuiten een koers varen die ze zelf willen. Als ze dicht langs de kant of over een hoge zandplaat varen, waar het ondiep is, moet het bemanningslid met de peilstok vaststellen hoe diep het er ter plekke is, opdat de zwaardenman of –vrouw het zwaard niet te ver naar de beneden duwt. De peiler kan met zijn stok ook de snelheid van het skûtsje vaststellen aan de hand van het aantal seconden en de lengte van het schip.