In Elfstedenstad Bolsward verrijst een uniek cultuur-historisch centrum met drie musea

Het is nu even stil in de bier- en berenburgstad

BOLSWARD (NL) – Er zijn geen toeristen in Bolsward. In deze tijd, een periode waarin het Coronavirus een bijna niemand ontziende veroveringstocht houdt, is er niet veel te zien en te beleven in het kleine, eens aan een zeearm gelegen Elfstedenstadje. Het ruim 400 jaar oude stadhuis staat in de steigers, het restaurant en het grote terras van hotel De Wijnberg zijn dicht, uit de bek van De Vleermuis, een kunstwerk van Johan Creten uit Parijs, spuit geen water, de in 1980 afgebrande Broerekerk, nu een ruimte voor events, is leeg, en de gracht onder de Elfstedenschaatsers is niet bevroren.

Het stadhuis is gebouwd tussen 1614 en 1617. Het verving een gebouw uit 1474. De ontwerper en bouwmeester is Jacob Gysbert, de vader van de Friese dichter Gysbert Japicx (www.gysbertjapicx.nl). In het souterrain bevond zich ook een waag. Er hangt nog een grote weegschaal. Onder de zolder van de toren bevond zich de Oudheidkamer. In de periode 1892 tot 1895 werd het stadhuis gerestaureerd naar een plan van de Rotterdamse architect Jan Verheul. Sinds Bolsward in 2011 is opgegaan in de gemeente Súdwest-Fryslân (Sneek) is het gebouw niet meer in gebruik als gemeentekantoor. Pas tien jaar later krijgt het dus een nieuwe functie: onderdak voor de drie Bolswarder musea (het Titus Brandsma Museum, het Gysbert Japicxhûs en de Oudheidkamer) een bibliotheek, een cultureel centrum en een horecabedrijf.

Er rijden opvallend veel lege of bijna lege lijnbussen door de smalle hoofdstraat Bolsward. Die doen de vele monumentale gebouwen op hun grondvesten schudden. De stad is blijkbaar een knooppunt in het openbaar vervoer.

Lees meer In Elfstedenstad Bolsward verrijst een uniek cultuur-historisch centrum met drie musea