Riet en friet in Nationaal Park Weerribben-Wieden
SnekTrek (3)
OSSENZIJL (NL) – Rietmaaiers zijn ook fikkiestokers. Daar weten de bewoners van Nationaal Park Weerribben-Wieden en de omgeving alles van. Nu is het niet dramatisch, want de rietsnijders letten op de windkracht en de –richting en houden de te verbranden hopen riet- en maaiafval, dat bij het uitkammen vrijkomt, klein. Bovendien verbranden ze het vrij droge plantaardige afval in winterse perioden als het nat is en er geen ondergrondse veenbrand kan ontstaan. Afvoer van het vele restmateriaal met wielvoertuigen naar een composteringslocatie is in het zeer drassige land moeilijk of niet mogelijk.
Na het uitkammen van het riet van het veld blijft er veel uitschot over. Dat droge materiaal wordt in het veld verbrand.
Staatsbosbeheer geeft de rietbedrijven tot 1 april de tijd om de oogst binnen te halen. Daarna zijn de rietvelden, waar weer nieuw riet opkomt, weer het domein van moerasvogels als de karrekiet, de roerdomp en de purperreiger. Het overgebleven, voor de rietdekkers niet bruikbare riet, beschermt de vogels tegen vossen en roofvogels.
