De hond als trekpaard

De hond als trekpaard

Publicatiedatum: 20 maart 2012
Reporter: Albert Hendriks – Friesland Holland Nieuwsdienst – www.friesnieuws.nl

Mini-expositie Fries Landbouwmuseum

EARNEWALD (NL) – Tot 1930 kwam de hondenkar, ook in Friesland, vrij algemeen in het straatbeeld voor. De trekkracht van de hond bleek de mens goed van dienst te kunnen zijn. Van schilderijen en uit allerlei andere bronnen is bekend, dat er rond 1675 al hondenkarren in het straatbeeld voor kwamen. Pas in 1962 zou het bij wet verboden worden.

De hondenkar is het onderwerp van een bijzondere middag in het Frysk Lânboumuseum in Earnewâld. Als opening van het seizoen op zondag 1 april 2012 (geen grap verzekert de directie) staat dit trekdier centraal in een lezing die begint om 13.30 uur. Als u de lezing wilt bijwonen, kan dat via telefoon 0511-539420 of via info@frieslandbouwmuseum.nl. De inleider neemt ook een groot deel van zijn verzameling voorwerpen mee die te maken hebben met het onderwerp. Deze zijn alleen op deze dag, tijdens en na de lezing te bezichtigingen.

Bert Willemen

De lezing wordt verzorgd door hondenkarexpert Bert Willemen uit Rijen. Hij is al sinds 1985 bezig met het verzamelen van gegevens en foto’s van alles wat met het werk van de hond met de hondenkar te maken heeft. Tijdens de lezing vertelt Willemen over het werk van de hond met de hondenkar over de periode 1850 en 1962, en hoe verschillende beroepsgroepen met dit transportmiddel werkten. Zoals het gebruik van de hondenkar bij de posterijen – officieel in 1912 ingevoerd – en in het leger, waar de hond verschillende functies toebedacht kreeg zoals: koerier, bevoorrader, verkenner en als trekdier voor mitrailleurwagens. Tijdens de Eerste Wereld Oorlog vervulden ruim 1200 trekhonden hun militaire dienst in Nederland, soms onder de meest moeilijke omstandigheden.

Het gebruik van trekhonden met hondenkarren in de kunst en in de reclame komen ook aan de orde. Een afzonderlijk onderdeel vormt de trekhondenwet en de overtredingen die zoal werden gemaakt.

 

Doorbraak

De definitieve doorbraak van de trekhond met de hondenkar dateert in Nederland omstreeks 1800. Van andere landen zoals België, Duitsland, Frankrijk, Noorwegen en Zwitserland zijn gegevens bekend, dat er in de periode 1800 tot ± 1950 ook met hondenkarren werd gewerkt. In Denemarken was het werken met de hond met de hondenkar niet toegestaan en in Parijs werd het rond 1824 verboden. Engeland verbood vanaf 1855 de hond als trekhond in te zetten.

Ingespannen voor-, onder- of achter de kar liet de mens de hond voor hem werken. Een van de reden om dit dier in te zetten was, dat de hond een goedkopere werkkracht was dan bijvoorbeeld het paard. Wie zich geen paardenkracht kon permitteren, gebruikte de energie van honden als transportmiddel. Ze trokken trouwens niet alleen karren maar ook ploegen en zelfs trekschuiten. Ook waren er karnmolens waar honden hun werk in deden. Het dier was meestal voor een lage prijs aan te schaffen. De hond stelde geen hoge eisen ondermeer aan zijn of haar voeding, onderkomen of verzorging.

Hondenrassen

Verschillende hondenrassen hebben de hondenkar getrokken. Het zijn voornamelijk de voorouders van de huidige bekende hondenrassen zoals Bouviers, Deense doggen, Duitse herders, Groenedalers, Hollandse herders, Pyreneese berghonden, Sennehonden en Siberische Husky’s.

Gebruikers van de hondenkar

Allerlei lasten en vrachten werden per hondenkar vervoerd. De hondenkar was vooral populair bij bakkers, kleine boeren, eierhandelaren, expediteurs, rondtrekkende fotografen, groenteboeren, imkers, kaasventers, krantenbezorgers, kruideniers, looiers, marskramers, melkventers, petroleumventers, poeliers, postbezorgers, schoenlappers, slagers, visventers, verhuizers en allerlei andere kleine ambachtslieden.

Trekhondenwet

In de trekhondenwet van 1910 werden eisen gesteld aan zowel begeleider, hond als kar.

Houders van trekhonden moesten geregistreerd worden en de kar moest zijn uitgerust met een drinkbak en ligplank. Trekhonden moesten ouder dan een jaar zijn en een schofthoogte van minimaal zestig cm hebben. In Nederland mochten maximaal drie honden voor de kar. Er stonden voorschriften in met betrekking tot het maken en de afmetingen van ‘hondentuig’.

Anti-trekhonden Bond

In 1912 werd de Anti-Trekhonden Bond opgericht, die nu door het leven gaat als Bond tot Bescherming van Honden alias de Hondenbescherming. Tegenstanders van de hond als trekdier wonnen in de loop der jaren langzaam terrein. De Wet op de Dierenbescherming, die met ingang van 1962 in werking trad, verbood uiteindelijk het beroepsmatig werken met honden. De hondenkar werd een museumstuk.

Info: www.frieslandbouwmuseum.nl